

Wetenschap begint met het stellen van de juiste vraag. Maar wanneer is een vraag juist? Muziek heeft een enorm potentieel om mensen te verbinden en te verdelen, ze onweerstaanbaar aan te trekken en ze subiet af te stoten. Dus waardevolle informatie voor de één is een pijnlijke ontmaskering voor een ander. In mijn praktijk als muziekwetenschapper werk ik altijd samen met iedereen die op enige wijze deelneemt aan de muziek die mij interesseert: musici, luisteraars en andere wetenschappers. De kennis die ik verwerf en vorm is dus niet alleen van mij; ik ben er geen eigenaar van.
Ik ben op dit moment verbonden aan de Universiteit van Amsterdam als Universitair Hoofddocent in de culturele muziekwetenschap. Samen met mijn collega’s Oliver Seibt en Anne van Oostrum begeef ik mij als cultureel muziekwetenschapper op het raakvlak van de internationaal herkenbare vakgebieden etnomusicologie, popular music studies en sound studies. Deze disciplinaire constellaties hebben soms beladen geschiedenissen en zijn momenteel ‘gedisciplineerd’ rond hun eigen vakverenigingen, symposia, en tijdschriften. Wij denken dat een combinatie van deze benaderingen nieuwe inzichten kan opleveren voor wetenschappers, musici, beleidsmakers, cultuurparticipanten, industrieën en overheden. Onze oriëntatie is verankerd in de onderzoeksgroep Music and Culture van de Amsterdam School for Cultural Analysis (ASCA).
Omdat ik veel werk in delen van de wereld waar mensen niet vanzelfsprekend toegang hebben tot de kanalen waarmee kennis verspreid en gevormd wordt – zoals het internet, radio, televisie, (wetenschappelijke) uitgeverijen, scholen, (vak)verenigingen – vraag ik mij steeds af wat de gevolgen zijn van mijn kennisvergaring voor de mensen met wie ik werk. Mijn wetenschapsbeoefening is daarmee geen afstandelijke beschouwing door een buitenstaander, maar een poging deel te nemen aan de praktijk die ik bestudeer.
Om mijn (lezers)publiek inzicht te geven in de manieren waarop de kennis die ik verspreid gevormd is moet ik rekenschap afleggen voor het feit dat mijn bestudering van muziek (al is die nog zo stil en afstandelijk) ingrijpt in die muziekpraktijk. Vragen die ik musici over hun muziek stel leiden er onvermijdelijk toe dat zij anders dan voorheen over hun eigen muziekpraktijk nadenken en andere mogelijkheden zien om er mensen mee te bereiken. Mijn aanwezigheid verandert de muzikale en sociale relaties in het veld. Daarom zijn de antwoorden die ik op mijn onderzoeksvragen vind veranderlijk en contextafhankelijk; ze vormen aanzetten tot nieuwe vragen.
Deze wetenschappelijke opdracht geeft direct aan dat zo’n aanzet tot nieuwe vragen niet “ook maar een mening” is, maar een zorgvuldig onderbouwd standpunt dat ons dwingt klaarblijkelijke vanzelfsprekendheden te heroverwegen en een genuanceerde houding aan te nemen tegenover wat we in ons leven tegenkomen. Geesteswetenschappen en sociale wetenschappen zijn in dat opzicht zo vanzelfsprekend maatschappelijk relevant, dat hun belang wel eens over het hoofd gezien wordt.